Met het uitkomen van de SNES-mini en diverse game-remakes als die van Crash Bandicoot en Megaman, lijken ontwikkelaars een ‘nieuwe’ goudmijn ontdekt te hebben. Teren op oude successen is big business, want je spreekt immers zowel de mid-dertigers als de nieuwe generatie gamers aan.  Of Micro Machines dat anno 2017 ook lukt, lees je in onze review!

Als er iets duidelijk wordt door al die remakes, is het wel dat de hang naar nostalgie groot is. En terecht, want laten we eerlijk zijn; de tijd dat je uren met je vriendjes op hun kamer achter de Super Nintendo zat, was natuurlijk veel ongecompliceerder dan de tijd van boodschappen doen en belasting betalen. Ontwikkelaar Codemasters is ook op deze hype-train gesprongen en besloot dat het maar weer eens tijd werd om deze oude race-franchise nieuw leven in te blazen.

Micro Machines World Series doet weer wat het vroeger deed. Het is ‘top-down-view’-racen met 12 verschillende micro-kleine autootjes in een daardoor gigantiche huis-, tuin- en keukenwereld. Ken je  de ‘80s filmklassieker ‘Honey I Shrunk The Kids’ nog? Nou, dat dus, maar dan in een toybox-autootje. Een super leuk concept. De autootjes zijn leuk uitgewerkt, met allemaal hun eigen one-liners (ja, ze kunnen praten), rij-eigenschappen en wapenuitrusting. Je kunt deze autootjes ook nog enigszins customizen met unlockable features als kleurtjes en andere one-liners. Met 12 verschillende autootjes is het aanbod alleen wel wat karig…

De game ziet er verzorgt en kleurrijk uit. De gameplay is natuurlijk 100% arcade, maar toch ouderwets lastig omdat racen van boven nu eenmaal wat aanpassingsvermogen vraagt als het om rechts en links gaat. Dit concept is dus wat dat betreft onveranderd gebleven en dat versterkt het gevoel van nostalgie alleen maar op een postieve manier. Ook blijft het natuurlijk hartstikke leuk om in de pockets van een pooltafel te rijden, over de ontbijttafel te scheuren en elkaar te lijf te gaan tussen bordspellen als ‘Hungry Hippo’s’.

Codemasters heeft een deal gemaakt met speelgoedfabrikant Hasbro, waardoor je niet gek op moet kijken als je G.I.-Joe’s in beeld ziet liggen, je over een Ouija-bord rijdt en je beschoten met Nerf-pijltjes. Dat laatste merk zit trouwens wel érg prominent in de game, maar voegt wel degelijk iets toe. Je kunt power-ups grijpen, waardoor er een Nerf-gun op je dak komt waar je je tegenstanders mee kunt beschieten. Erg veel schade of hinder hebben je tegenstanders er helaas niet echt van, maar je kunt ze wel enigszins vertragen.

De game bevat meerde modes, maar de belangrijkste zijn toch eigenlijk wel de Elimination-modus en de Battle-modus. Bij de Elimination-modus is het de bedoeling dat je elkaar het beeld uit racet. Dit is behoorlijk tricky, want als jij de bocht niet lekker kan nemen omdat er een gigantische krakeling je pad blokkeert, kom je bijna niet meer bij de voorliggers, behalve als die een grote fout maken. Deze modus is vooral offline met je vrienden op de bank met een biertje erbij toch echt het leukst.

In de Battle-modus ga je elkaar in een micro-arena te lijf met je verschillende power-moves. Met onder andere kanonnen, lasers, bommen en raketten is het de bedoeling elkaar zo vaak mogelijk te slopen. Ook best leuk voor eventjes met je maten op de bank.

En dan kom ik dus eigenlijk op de grootste misser wat mij betreft. De game is alléén maar freakin’ online te spelen. Er is geen single-player career of ander progressie-systeem. Je kunt alleen online spelen en bij een gebrek aan de juiste hoeveelheid tegenstanders worden de potjes aangevuld met AI, die ook nog eens belachelijk goed is en geen enkele fout maakt.

OORDEEL: Micro Machines Wold Series is op zich hartstikke geinig… Voor een uurtje. Mijn vrienden en ik hebben er onder het genot van flink wat biertjes wel even mee weten te vermaken, maar als snel knalden we de disc uit de PS4 en grepen we terug naar andere games. De game slaat ook flink de plank mis vanwege het ontbreken van een leuke singleplayer, waardoor ik het ook nooit in m’n eentje zou gaan zitten spelen helaas.

Micro Machines World Series krijgt van mij daardoor slechts 1,5 ster voor de moeite.

 

 Reageer