Met Depression Cherry dacht ik mijn portie Beach House voor de komende twee jaar te hebben gekregen. Nu, een kleine twee maanden later, is Beach House al terug met hun volgend volwaardig album, getiteld Thank Your Lucky Stars. Op deze manier krijgen we in principe een dubbel album van de Amerikaanse band, maar dan met een korte wachttijd tussen de twee helften. Een vreemde zet als je het mij vraagt. Hebben we op Depression Cherry slechts wat B-sides te horen gekregen die ze eerst de deur uit wilden hebben voor de release van hun echte album? Heeft het tweetal een onuitputtelijke bron van inspiratie gevonden? Of hebben we hier te maken met een gevalletje mosterd na de maaltijd? In ieder geval, meer muziek is in mijn opzicht altijd beter. Ik duik dus met veel plezier in het nieuwe werk van Beach House.
Hoewel de elektrische gitaar een prominentere rol speelt op dit album, zoals te horen op One Thing en Elegy to the Void, is Thank Your Lucky Stars in de kern nog steeds Dreampop. Lange synthesizer tonen en triolen ondersteunen de zweverige zang van Victoria Legrand. Het monotone geluid van Beach House ben ik gewend, en is iets dat ik voor die reden vaak ook kan waarderen. Op Thank Your Lucky Stars ligt dat net iets anders. Hoe Beach House tracks zich onderscheiden is in de mooie zangmelodieën en hoe deze afgewisseld worden door instrumentele delen. Jammer genoeg zijn beide deze onderdelen minder interessant dan op vorige albums. Wat ik hiermee bedoel is dat veel nummers niet de aandacht weten vasthouden en in elkaar oversmelten zonder dat je doorhebt dat je naar muziek aan het luisteren bent. Hoewel ik moet zeggen dat Dreampop zich goed leent voor achtergrond muziek is het fijn als de muziek niet naar achtergrond wegvalt wanneer je er aandachtig naar probeert te luisteren.
Zoals eerder gezegd is variatie in instrumentatie of sfeer niet iets dat ik verwacht op een Beach House plaat. Het is wanneer de ander aspecten die een Beach House album muzikaal interessant wegvallen, dit pas een probleem wordt. Zo klinkt Common Girl als een saaiere variatie van On the Sea (van het album Bloom) en toont duidelijk een gebrek aan inspiratie om twee volledige albums in zo’n korte tijd te vullen. Ook Elegy to the void is met zijn zes en halve minuut te lang en eentonig om de aandacht vast te houden.
Gelukkig weet het album nog punten te verdienen op de laatste twee nummer, Rough Song die zich kan scharen onder de betere Beach House werken en het meest opvallende nummer Somewhere Tonight. De spaarzaam gebruikte dissonante orgel geeft dit nummer een bijzonder geluid en maakt het tot een mooie afsluiter.
Conclusie: Als je het mij vraagt, had Beach House liever de beste nummers van Depression Cherry en Thank Your Lucky Stars moeten pakken en daarmee slechts één album uitbrengen. Goede nummers heeft Beach House dit jaar zeker geproduceerd, het is dan alleen jammer ze omringt worden door ‘filler’ materiaal. In plaats van een sterk album krijgen we er twee die veel te wensen overlaten. Het is fijn om artiest met duidelijk eigen geluid te horen, maar kwalitatief geschreven muziek is minstens even belangrijk.